Het is mei en warempel, de zon schijnt!
De wind is gaan liggen en de temperatuur voelt, durf ik het te zeggen, aangenaam.
Wat een verschil met een week geleden.
Bij de groentenkraam op de markt vond ik deze week een groente die ik wel herkende, maar nooit gegeten óf bereid had: meiknolletjes. Hoe toepasselijk!
Meiknolletjes lijken wat op absurd grote radijsjes. Ze zijn vaak paars met wit en hebben net als radijsjes een pluim erop en een worteltje in het midden eronder.
Op het web vond ik de instructie een stukje af te snijden en te proeven. Als het taai is, dan zijn de knolletjes ouder en moeten ze geschild worden. Jonge knolletjes hoef je niet te schillen, alleen wat schoon schrobben.
De smaak is apart. Een beetje als radijs, maar wat minder scherp, wat minder 'peperig'.
Je kunt de knolletjes zowel rauw als gebakken of gekookt eten.
Bij ons kwamen dus twee varianten op tafel: als rauwkost met een citroen-vinagraitte,
en in blokjes gesneden en opgebakken (gewokt, zo u wilt) met dragon.
Gebakken (en dus zacht geworden) meiknolletjes smaken totaal anders. Ik las de beschrijving 'notiger' en dat klopt wel. Romiger, hartiger. Moeilijk te omschrijven, maar ontzettend lekker!
Gebakken meiknolletjes schijnen een goede combinatie met room, knoflook en kaas te zijn.
Beide varianten waren een groot succes. De stemmen hadden een lichte voorkeur voor de gebakken variant, maar dat kan beïnvloed zijn door het gemakkelijk weghappen van de groente. Als rauwkost moet je wat langer kauwen, en duurt het wat langer voor je het hebt weggewerkt.
Ik begon met een dunschiller om de knolletjes in strookjes te krijgen, maar stuitte op een wat losse structuur in het midden van de knol. Vervolgens heb ik de rest maar gewoon in dunne plakjes gesneden. Misschien was grof raspen een makkelijker eetbare keuze geweest.
Al met al een succes. Ik blijf op de uitkijk naar meiknolletjes!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten